Kook water in een elektrische ketel wanneer het echt snel moet gaan (binnen 20 minuten dus).

Warm de olijfolie op in een soeppot met dikke bodem.

Maak een snelle groentebouillon door alle soepgroenten te raspen en stoof aan. Begin met de ui en rasp in de pot, dan bijvoorbeeld de pastinaak (of aardappel), de selder en tenslotte de prei. Kan je deze laatste niet raspen, snijd dan in dunne ringetjes.

Strooi er wat rotszout over, zet een deksel op de pot en laat een 5 minuten stoven. Schud of roer zo nu en dan om zodat niets aanbakt. Zet je vuur niet te hoog zodat de groenten niet gaan bruinen.

Giet er dan het (kokend) water over, breng aan de kook, deksel op de pot en laat 5 minuten sudderen.

Houd een paar tuinkersplantjes apart voor de garnering, de rest hak je in stukken.

Na het 5 minuten sudderen, vis je het laurierblad weer uit de soeppot, voeg de tuinkers toe en pureer met een staafmixer.

Breng opnieuw aan de kook (en laat zeker even doorkoken wanneer je aardappel hebt gebruikt, zodat het vrijgekomen zetmeel van de aardappels na het pureren de soep meer zal binden).

Roer er de cashewnotenmelk door (of neem van het vuur en roer er koeroom of geraspte kaas door), proef en breng je tuinkerssoep indien nodig verder op smaak met rotszout en vers gemalen zwarte peper.