Neem een brede soeppot en warm er de olie in op.

Snijd de kip in stukken, strooi er rostzout over en begin te bruinen in de soeppot.

Ondertussen ga je rustig de rest van de soepgroenten snijden en toevoegen: schil de ajuin, snijd in niet te kleine stukken en doe bij in de pot. Draai het vlees om zodat het aan beide kanten zal bruinen.

Was een preistengel, snijd in lange stukken en voeg toe.

Was een wortel, snijd in schijfjes en voeg toe.

Schud zo nu en dan met de pot zodat alle stukken groenten en vlees de bodem zullen voelen.

Pel de knoflookteentjes en voeg toe.

Voeg tenslotte de kruidnagel, peperbolletjes, vissaus en gekneusde citroengrasstengel toe, schud alles even om en laat wat verder bruinen.

Giet er dan water over tot alles onder staat, breng aan de kook, zet een deksel op de pot en laat een anderhalf uur pruttelen.

Voeg een kwartier voor het einde van de kooktijd een in stukjes gesneden tomaat toe.

Zet ondertussen de rest van de soep klaar zodat je bij het serveren gewoon alles in grote soepkommen doet, de kippenbouillon erover giet en serveert.

Week de rijstvermicelli een kwartiertje in heet water en laat dan een 5tal minuten koken in ander water op het vuur.

Kuis de sojascheuten.

Snijd de saladebladeren in kleine stukken, kwestie dat je ze makkelijk kan eten met stokjes of lepelen met een soeplepel.

Terug naar je bouillon: proef en is de bouillon lekker van smaak, haal dan de kip eruit en pluk met je handen het vlees van de kippebeenderen. Voeg eventueel meer zout, peper of vissaus aan de bouillon toe.

Tijd om je noedelsoep met kip te serveren? Schep dan het kippenvlees, de salade en de noedels in een kom. Overgiet met de kippenbouillon en serveer er nog enkele sojascheuten over. Heb je het bij de hand zoals hier in Maleisië: serveer met sambal belacan (of iets anders pikant, denk aan Sambal Oelek, wat we hier in Maleisië dan weer nauwelijks kunnen vinden...).