Neem een soeppot met dikke bodem en verwarm hierin de olie.

Schil je eerste ui, snijd fijn (we gaan de soep niet pureren, dus de grootte die je nu snijd is ook de grootte die je in je bord zal terugvinden) en begin aan te stoven.

Herhaal met de tweede ui, voeg toe, roer om, en herhaal met de derde ui: voeg toe en roer om.

Snijd de prei in dunne schijfjes en laat mee aanstoven met de ajuinen.

Schil de knoflookteentjes, snijd ze zo fijn mogelijk en roer door de prei en de ajuinen. Laat deze soepgroenten aanstoven tot de uien ietwat doorschijnend worden (een 10 tal minuten).

Ondertussen schil je de wortels en pastinaken en snijd in kleine stukjes. Roer zo nu en dan door de ajuinen zodat ze niet aanbakken en alle stukjes rustig aanstoven.

Bind de peterselie en de dille met een keukentouwtje op tot een kruidentuiltje.

Zijn de ajuinen glazig, dan leg je soepkip er bovenop (eerst met de borst omlaag) en kruid met rotszout, peper, paprikapoeder en tijm. Draai om en kruid dan de bovenste helft van de kip.

Voeg er de stukjes wortel en pastinaak bij.

Voeg het kruidentuiltje erbij, overgiet met het water en breng op hoog vuur aan de kook.

Zet een deksel op je soeppot, draai het vuur lager, en laat zachtjes sudderen tot de soepkip gaar gekookt is (anderhalf tot 2 uur).

Ondertussen kan je de boerenkool in 2 tot 3 cm stukken snijden.

Verwijder dan het kruidenbuiltje uit de bouillon.

Neem de kip uit de soep, laat afkoelen, verwijder het vel en de beenderen en voeg al het kippenvlees versnipperd weer toe aan de kippensoep en breng weer aan de kook.

Voeg nu de in stukjes gesneden boerenkool toe (of scheur de bladeren met je handen) en laat mee koken tot ze verschrompelen, beetgaar of gaar zijn: niet langer dan 5 minuten. Proef en kruid indien nodig met meer peper en rotszout.