Verwarm de oven voor op 200 graden in een hete lucht oven of 225 graden in een conventionele oven.

Neem een grote braadslede en vul met de groenten uit bovenstaande ingrediëntenlijst, snijd de groenten niet te fijn zodat ze niet gaan aanbakken:

Snijd de ajuin in 8.

Snijd de preistengel in de lengte door, was goed en snijd dan in stukken van 5 cm. Laat uitlekken of droog goed af.

Snijd de bleekselder stengels, de wortelen en de pastinaak in stukken van ongeveer 5 cm.

Van de venkel gebruik je alleen de wortel en snijd ook die in stukken van 5 cm.

De tomaten snijd je in 4.

Doe alle groenten in de grote ovenbraadslede, giet er een 2tal eetlepels olie over, bestrooi met wat rotszout en meng met je handen goed door elkaar zodat alle groenten met olie bedekt worden.

Zet de braadslede in de bovenste helft van je oven en laat een half uurtje roosteren, totdat alle groenten net beginnen te bruinen.

Doe de geroosterde groenten in een grote soeppot, overgiet met 4 liter water, voeg het bosje peterselie toe en breng aan de kook.

Van zodra het water kookt, zet je het vuur lager, doe een deksel op de pot en laat een uurtje pruttelen.

Draai het vuur uit en laat de bouillon afkoelen tot op kamertemperatuur.

Giet de bouillon en de groenten door een zeef en druk met een houten op pollepel zoveel mogelijk bouillon uit de groenten.

Wil je geen vet in je groentebouillon, laat dan een nachtje afkoelen in de ijskast zodat je de volgende dag makkelijk het gestolde vet van de bouillon kan scheppen.

Je kan deze bouillon enkele dagen in de ijskast bewaren of makkelijk in halve liter potjes invriezen.