Makkelijker kan niet: snijd alle groenten fijn, doe in een smalle, hoge bouillonpot en overgiet met water tot alles onder staat.

Breng aan de kook over een hoog vuur (geen deksel op de pot zetten) en draai het vuur lager van zodra het water begint te koken.

Laat alles een uurtje zachtjes pruttelen: vermits er in vergelijking met vlees en visbouillons geen eiwitten zijn om de bouillon troebel te maken, hoef je ook niets af te schuimen en zal je steeds een heldere bouillon overhouden (opgelet: geen aardappelen of andere hoge zetmeelhoudende groenten bij in de bouillon doen voor een zo helder mogelijke bouillon).

Na een uurtje giet je de bouillon door een fijne zeef (al dan niet bedekt met kaasdoek) in een andere, grote pot of kom, en je groentebouillon is klaar voor onmiddellijk gebruik of vries het in, in kleinere hoeveelheden (potjes van 250ml, een halve liter of 750 ml, afhankelijk hoeveel soep je per keer zal maken, 250ml is leuk wanneer je een klein beetje saus gaat maken, en een andere bewaar methode is er ijsblokjes van te maken).