Het snelste en makkelijkste recept om groentesoep te maken lees je hier, zodat ieder die water kan koken met een minimum aan afwas zal genieten van soep.

Basisregels voor groentesoep

Voor een groentesoep snijd je al je groenten (zeer) fijn, zodat je zeker geen grote stukken in je soep hebt en je de soep dus makkelijker zal “binnenlepelen”. Om snel te werken gebruik je een juliennesnijder.

Verder zorg je ervoor dat alle groenten zo ongeveer evenveel smaak in de soep gaan afgeven. Of anders gezegd: zorg ervoor dat bijvoorbeeld de tomaten niet gaat overheersen, want anders heb je een tomatensoep. Klink uitermate logisch, maar wordt wel eens vergeten. Over tomaat gesproken: deze pas als garnering toevoegen!

Soorten soep: gepureerd, niet gepureerd en bouillonsoep

Wat is het onderscheid tussen een gepureerde soep, een niet gepureerde soep en een bouillonsoep?

In een gepureerde soep ga je de groenten – indien gewenst iets groffer – in stukjes snijden en aanstoven in vetstof, zodat je zoveel mogelijk extra smaken van de groenten en het bruinen in de gepureerde soep zal trekken. Vermist je de vetstof mee zal mixen, zal deze dus best goed verdeeld worden over de ganse soep en niet gaan bovendrijven.
In een niet gepureerde soep, ga je de soepgroenten eerst zo fijn mogelijk snijden. De ui laat je eerst bruinen in vetstof, waar je daarna de rest van de groenten aan toevoegt en met een beetje water verder laat stoven. De soep wordt ingedikt met havermout (volledig De Voedselzandloper!), rijst of aardappels (best geraspt), vermicelli/macaroni (niet glutenvrij en niet VZL noch paleo) en tapioca.
Een heldere bouillonsoep of consomme is veel makkelijker, minder werk en minder afwas. Het is eigenlijk “bouillon met iets in”. Je kookt gewoon alle fijngesneden groenten een half uurtje in groentebouillon. Wil je de soep meer voedzaam maken, dan zoals bij de niet gepureerde soep havermout, rijst, vermicelli, macaroni of tapioca mee laten koken. Vermits we op deze site vooral glutenvrij koken volgens het paleo dieet of volgens De Voedselzandloper, is de keuze uiteraard tapioca voor deze groentesoep.

Gemakkelijke groentesoep maken

Groenteconsommé is dus groentebouillon met extra groenten eraan toegevoegd: simpel, dus daar gaan we in dit recept voor.

Extra voordeel van geen vet toe te voegen: het houdt je groentesoep vetarm. Wie van mening is dat vet gezond is, die kan steeds bij het serveren bijvoorbeeld de lekkerste en gezondste olijfolie van koude persing toevoegen (zulk een olie is duidelijk gezonder dan bijvoorbeeld chemisch geëxtraheerde sojaolie van GMO soja. Alhoewel Kris Verburgh in zijn Voedselzandloper opteert voor soja producten, wijzen we erop dat je best eerst eens leest wat er in de gangbare sojaproducten allemaal aan stoffen in zitten, die alles behalve gezond te noemen zijn.

Tot slot kies je voor een “neutraal smakende” groentebouillon, zodat de smaak van de groenten zal overheersen in je groentesoep. Jeroen Meus voegt graag steranijs en kruidnagel toe aan zijn bouillon: mag altijd maar is dikwijls overheersend – net zoals in deze zelfgemaakte groentebouillon – voor een groentesoep zoals hieronder.

Weet dat je zelf groentebouillon kan maken in 15 minuten met dit recept, zodat je geen excuses hebt om naar een bouillonblokje te grijpen. Dat je niet speciaal extra groenten moet kopen om bouillon te maken, lees je hier: dus steeds goedkoop verse bouillon bij de hand. Heb je meer tijd, kijk dan ook even naar deze goedkope groentebouillon.

En lees hier verder voor nog meer inspiratie en tips hoe ook jij je perfecte groentebouillon zal maken.

Voor de garnering voeg je naar wens vers gesneden tuinkruiden en 1 fijngesneden tomaat (zonder de zaadjes) toe op het eind van de kooktijd. Wie een koolhydraatarm (low carb high fat) dieet volgt, kan naar wens de beste, plantaardige olie over de soep druppelen (olijfolie, notenolie…).

Smakelijk!